top of page

Conclusie

In deze conclusie beantwoorden we onze deelvragen en onze hoofdvraag.

IMG_20231110_090805.jpg
Deelvraag 1: Hoe krijgt socialisatie (normen en waarden) vorm op klassenniveau? 

Tijdens de verschillende schoolbezoeken zijn in de klassen diverse vormen van socialisatie waargenomen. Ter illustratie een aantal voorbeelden:

  • Leerlingen werden door docenten aangesproken op hoe hun gedrag impact heeft op anderen

  • Docenten besteden aandacht aan hoe de leerlingen elkaar tot een hand en een voet kunnen zijn bij het samenwerken in groepen

  • Leerlingen worden medeverantwoordelijk gemaakt voor het welbevinden van medeleerlingen

 

Ook tijdens de verschillende interviews is naar voren gekomen dat dit een wezenlijk onderdeel is van de onderwijsvisie in Noorwegen (Persoonlijke communicatie, Magnussen, 2023). Doordat de Noorse overheid de burgerschapsdoelen niet gespecificeerd heeft, heeft elke docent de regie over welke aspecten van socialisatie hij op klassenniveau naar voren laat komen. Zolang deze aspecten maar passen binnen de drie hoofditems: democratie & burgerschap, persoonlijke gezondheid en duurzaamheid. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs lijkt het lastig te zijn om burgerschapsdoelen binnen de verschillende vakken vorm te geven. Een themadag over burgerschap wordt hiervoor ingezet als tijdelijke oplossing.  

  

De docenten worden nadrukkelijk neergezet als rolmodellen: ze zijn vriendelijk, dienend en respectvol. Ze vragen ook respect van leerlingen als deze gedrag laten zien dat hiermee niet in overeenstemming is. Zoals Camilla Steen Evensen, de docent Engels op de Danielsenskole, tegen haar leerlingen zei: ‘Please be respectful to your classmates.’ (Persoonlijke communicatie, Steen Evensen, 2023). 

  

Inclusiviteit is een wezenlijk onderdeel van het onderwijs in Noorwegen. De overheid stimuleert ‘No child left behind’ (Persoonlijke communicatie, Steen Evensen 2023), dat wil zeggen dat in principe elke leerling recht heeft op een plaats in het reguliere onderwijs. In de praktijk blijkt het niet mogelijk om dit voor elke leerling te realiseren. Dit wordt opgevangen door voor leerlingen in dezelfde school onderwijs op maat aan te bieden door gespecialiseerde medewerkers. Doordat alle leerlingen in dezelfde school onderwijs ontvangen, leren de leerlingen omgaan met een diversiteit aan medeleerlingen. Dit doet een beroep op hun verantwoordelijkheid en stimuleert socialisatie (Biesta, 2019).  

  

  

Deelvraag 2: Hoe geeft de school vorm aan een de levensbeschouwelijke achtergrond in relatie tot de kaders die de overheid geeft? 

Om te beginnen is het belangrijk om onderscheid aan te brengen in algemene scholen en scholen op levensbeschouwelijke grondslag.  

 

Op dit moment biedt het curriculum ruimte aan private schools om binnen de gegeven kaders het levensbeschouwelijk onderwijs vorm te geven (Overordnet del – verdier og prinsipper”, 2020). Deze ruimte staat wel onder druk, omdat de overheid het onderwijs in religie wil beperken. Dit lijkt onder andere zichtbaar te worden door het woordgebruik in het nieuwe curriculum. In plaatst van religie spreekt men daar over tolerantie.  

 

Op de christelijke school die wij bezocht hebben, wordt aandacht gegeven aan spirituele vorming door middel van week- en dagopeningen in de klas. Daarnaast wordt eens per maand een plenaire bijeenkomst georganiseerd rondom een levensbeschouwelijk thema. Tenslotte worden christelijke vieringen rondom feestdagen gehouden, waarbij ook ouders en buurtgenoten uitgenodigd zijn. Leerkrachten en leerlingen worden geacht bij deze viering aanwezig te zijn. Ook de visie op het kind en onderwijs wordt gestempeld door de christelijke identiteit. Deze is zichtbaar in de school en wordt uitgedragen door de docenten in hun dagelijks contact met de leerlingen op school en in de nabije omgeving.  

Op openbare scholen wordt ook aandacht besteed aan levensbeschouwelijke achtergronden. In de lessen is er aandacht voor de diverse wereldgodsdiensten. Daarnaast bezoeken ze verschillende gebedshuizen. Tenslotte wordt aandacht besteed aan christelijke feestdagen, zoals een kerstviering in de plaatselijke kerk. Het staat docenten, leerlingen en hun ouders vrij om hieraan deel te nemen. Op de school voor bovenbouw van het voortgezet onderwijs die we bezochten, is viering van religieuze feesten een punt van discussie. In het kader van tolerantie wordt het niet als wenselijk gezien om voorkeur te geven aan de ene religie boven een andere religie. 

  

  

Hoe wordt burgerschap vormgegeven op scholen in Noorwegen? 

Het burgerschapsonderwijs in Noorwegen is gebonden aan de kaders die de overheid geeft (Overordnet del – verdier og prinsipper”, 2020). Binnen deze kaders is er op dit moment ruimte voor de scholen om hieraan invulling te geven. In de nabije toekomst lijkt deze ruimte door de Noorse overheid meer en meer te worden ingeperkt. Deze invulling mag binnen genoemde kaders ingevuld worden vanuit de levensbeschouwelijke achtergrond van de school. In de praktijk blijkt dat scholen burgerschapsonderwijs verweven in de volle breedte van het curriculum en dit daarnaast vormgeven door themadagen en – weken, waarbij ook de lokale omgeving van de school wordt betrokken.  

​

Na het beantwoorden van de onderzoeksvraag hebben we met elkaar nagedacht over elementen die ons onderzoek hebben beïnvloed.  Niet alles in ons onderzoek is verlopen volgens plan. Wat zouden we in het vervolg anders doen?

bottom of page